BASF Antwerpen

Veelgestelde vragen over Seveso

Een Seveso-bedrijf heeft activiteiten op het vlak van de behandeling, de productie, het gebruik of de opslag van gevaarlijke stoffen (bijv. raffinaderijen, petrochemische vestigingen, chemische fabrieken, aardoliedepots of opslagplaatsen voor explosieve stoffen).

Om het risico op een zwaar ongeval te beperken, zijn deze ondernemingen in heel Europa onderworpen aan een strikte reglementering en worden ze regelmatig geïnspecteerd.

Seveso-bedrijven worden onderverdeeld in hogedrempelinrichtingen en lagedrempelinrichtingen. De aanduiding gebeurt op basis van de aard en de hoeveelheden gevaarlijke stoffen die in die inrichting aanwezig zijn. Hogedrempelinrichtingen zijn inrichtingen waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoge drempelwaarde. Lagedrempelinrichtingen zijn inrichtingen waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de lage drempelwaarde, maar kleiner dan de hoge drempelwaarde. Er zijn verschillende verplichtingen volgens de drempel van de onderneming. Er zijn meer en strengere verplichtingen voor hogedrempelinrichtingen dan voor lagedrempelinrichtingen.

Een Seveso-risico wordt gedefinieerd als de kans op een zwaar ongeval dat zich voordoet op een Seveso-site en zware gevolgen kan veroorzaken voor mens en milieu.

Een zwaar ongeval wijst op een ongeval dat zich voordoet in een industriële inrichting, waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn en waarvan de gevolgen onmiddellijk of later een ernstig gevaar kunnen betekenen voor de volksgezondheid, binnen of buiten de inrichtingen, en/of voor het milieu. Een zwaar ongeval kan dus zowel gevolgen hebben binnen als buiten de Seveso-sites. Het kan gaan over brand, ontploffing of het vrijkomen van giftige stoffen in de lucht, de bodem of het water.

De benaming "Seveso" verwijst naar een industrieel ongeval dat zich in 1976 heeft voorgedaan nabij de stad Seveso in het noorden van Italië. Na een ontploffing in een chemische fabriek heeft een giftige wolk zich in de omgeving verspreid.

Naar aanleiding van die ramp zijn Europese richtlijnen aangenomen, die alle veiligheidsvoorschriften en beschermingsmaatregelen voor de betrokken ondernemingen vastleggen. De zogenaamde Seveso-richtlijn richt zich op het beheersen van de risico’s op en de gevaren van zware ongevallen door gevaarlijke stoffen. Dat gebeurt enerzijds door de kans dat dergelijke ongevallen plaatsvinden te verkleinen (preventie). Anderzijds door de gevolgen van een eventueel ongeval te beperken.

In België zijn er ongeveer 380 Seveso-bedrijven. Voor een volledig overzicht en kaart van de Seveso-bedrijven in jouw buurt, raadpleeg www.seveso.be.

In Nederland zijn er ongeveer 400 Seveso-bedrijven. Daar worden ze brzo-bedrijven genoemd, omdat ze vallen onder de werking van Besluit Risico’s Zware Ongevallen, de Nederlandse invulling van de Europese Seveso III-richtlijn. Voor een volledig overzicht en kaart van de BZRO-bedrijven in jouw buurt, raadpleeg www.risicokaart.nl.

Ja. BASF Antwerpen is een hogedrempel Seveso-bedrijf omdat er gevaarlijke stoffen worden geproduceerd, verwerkt en opgeslagen. Dit gebeurt steeds onder zeer strikte veiligheidsvoorschriften. BASF wordt ook regelmatig geïnspecteerd door de overheid.

Op de site van BASF bevinden zich nog andere Seveso-bedrijven, namelijk EuroChem Antwerpen, Inovyn Belgium, Styrolution Belgium en Air Liquide.

BASF doet er alles aan om incidenten te vermijden. Dat start al bij de ontwerpfase van een installatie, die zo veilig mogelijk moet zijn. Verschillende risico-analyses gaan vooraf aan de inplanting en uitbating. HAZOP (Hazard en Operability studies) en veiligheidsstudies zijn onder meer essentieel om de overheid toe te laten een milieuvergunning voor de installatie af te leveren.

Voor bestaande Seveso-installaties worden deze studies op regelmatige tijdstippen geactualiseerd in het kader van onder meer het vergunningsbeleid en bijhorende inspecties. De vereiste veiligheidsmaatregelen die uit deze studies naar voor komen worden geïmplementeerd en op effectiviteit gecontroleerd.

Van zodra de installatie in gebruik genomen wordt, vormen monitoring, inspectie en onderhoud een vast onderdeel van de bedrijfsvoering.

BASF beschikt over een eigen bedrijfsbrandweer die gespecialiseerd is in ongevallen waarbij chemische stoffen betrokken zijn. Zij beschikt over goed getrainde medewerkers en het meest geavanceerde materiaal. Bij ieder incident op de site van BASF is de bedrijfsbrandweer zeer snel ter plaatse. Indien nodig, krijgt de bedrijfsbrandweer ondersteuning van de overheidsbrandweer.

Als er zich een noodsituatie met gevaarlijke stoffen voordoet, dan worden de overheidshulpdiensten onmiddellijk ingelicht en treedt het noodplan in werking. Samen met de overheidshulpdiensten zal BASF alles in het werk stellen om de noodsituatie zo snel mogelijk onder controle te krijgen en de eventuele gevolgen voor de inwoners en de omgeving te beperken.

Als er door een ongeval op de site van BASF gevaar dreigt voor omwonenden, zijn de overheidshulpdiensten bevoegd voor de alarmering van de bevolking.

Afhankelijk van de situatie kan de overheid beslissen een alarmeringsboodschap te versturen via een of meer kanalen:

  • Het sirenenetwerk van de overheid kan worden geactiveerd. De sirenes zijn opgesteld rond industriële ondernemingen met een verhoogd risico.
  • Er kunnen politievoertuigen rondrijden om de boodschap te verspreiden.
  • Er kunnen berichten via radio, tv en sociale media verspreid worden.
  • Je kan je (vooraf) inschrijven op Be-Alert. Je ontvangt dan een gesproken alarmboodschap of SMS op je mobiele of vaste telefoon. Voor meer informatie over Be-Alert, ga naar be-alert.be.


BASF zal deze alarmeringsboodschap van de overheid via haar bedrijfsmedia helpen verspreiden (website, Facebook, Twitter). BASF zal nooit op eigen initiatief informatie verspreiden zonder deze af te stemmen met de overheidshulpdiensten.

 

Van zodra het risico bestaat dat het ongeval ook impact heeft op Nederlands grondgebied, werken de Belgische en Nederlandse hulpdiensten samen om de bevolking te alarmeren.

Net als in België beschikken de hulpdiensten in Nederland over verschillende kanalen om de inwoners te alarmeren, zoals sirenes, voertuigen met een omroepinstallatie, berichten via (sociale) media en de sms-dienst NL-Alert. Voor meer info, ga naar www.crisis.nl/nl-alert.

Wanneer de sirenes weerklinken, dien je zo snel mogelijk (ergens) naar binnen te gaan. Sluit ramen en deuren. Volg vervolgens de aanbevelingen van de overheid via media (radio, tv, sociale media).

Infolijn buren
Infolijn buren
24/7 bereikbaar
Communicatiedienst
Scheldelaan 600, 2040 Antwerpen, Belgium